Phalloplastiek

Wat houdt de phalloplastiek in? Hoe bereid je je voor op de operatie en wat staat je na de operatie te wachten? Hieronder lees je over de gang van zaken rond de operatie, de risico's van de ingreep, de periode na de operatie en eventuele corrigerende operaties (secundaire correcties). De GIFs geven je meer inzicht in de operatieve procedure zelf.

Cover image

Over de phalloplastiek

De phalloplastiek is een operatie waarbij een penis (phallus) wordt gemaakt met weefsel van elders uit het lichaam, zoals uit de arm, been of flank. Welke techniek wordt gebruikt, hangt af van je lichamelijke kenmerken en wensen.
De phallus kan met of zonder plasbuisverlenging worden gemaakt. De phalloplastiek met plasbuisverlenging geeft meer kans op complicaties dan de operatie zonder plasbuisverlenging. Daarnaast geeft de plasbuisverlenging geen garantie om staand te kunnen plassen.
Om in aanmerking te komen voor een phalloplastiek moet je goed geïnformeerd zijn en aan een aantal criteria voldoen. Meer informatie over de voorbereiding van de phalloplastiek lees je hier. Verduidelijkende informatie over de phalloplastiek kan je vinden in de animatievideo's van Amsterdam UMC.

De operatie

De phalloplastiek wordt uitgevoerd door een plastisch chirurg en een uroloog. De schacht van de phallus en de plasbuisverlenging kunnen worden gemaakt middels verschillende technieken. De duur van de operatie hangt af van de gebruikte techniek: van ruim 3 uur bij een eenvoudige techniek, tot langer dan 6 uur bij een complexe techniek.
De details van de operatie kunnen verschillen per Nederlandse zorginstelling. Het is daarom belangrijk om de precieze procedure te controleren bij het instituut waar je wordt geopereerd.

Maken van de balzak

De balzak wordt bij de phalloplastiek met en zonder plasbuisverlenging op vergelijkbare wijze gemaakt. De clitoris en de binnenste en buitenste schaamlippen worden losgesneden. Bij een phalloplastiek met plasbuisverlenging wordt de plasbuis een klein stukje verlengt met behulp van de binnenste schaamlippen. Bij een phalloplastiek zonder plasbuis verlenging wordt deze stap overgeslagen, de plasbuis komt dan uiteindelijk onder de balzak uit. Vervolgens worden de buitenste schaamlippen en de huid van de schaamheuvel naar elkaar toegebracht en aan elkaar gehecht. Nu is de balzak gemaakt en is het genitale deel klaar voor aansluiting van de phallus.

Vervolg en operatietechnieken

De operaties worden uitgevoerd door een plastisch chirurg en een uroloog. De uroloog plaatst een urinekatheter, dat is een afvoerslangetje dat via de plasbuis wordt ingebracht. Bij een plasbuisverlenging krijg je daarnaast ook een blaaskatheter die via de buik wordt ingebracht. Het vervolg van de operatie is afhankelijk van de gekozen techniek.
De volgende operatietechnieken kunnen worden ingezet:
  1. Phalloplastiek zonder plasbuis – donorhuid uit de onderarm (FRFF)
  2. Phalloplastiek zonder plasbuis – donorhuid uit het bovenbeen (ALT)
  3. Phalloplastiek zonder plasbuis – donorhuid uit de flank (SCIP)
  4. Phalloplastiek met plasbuis – donorhuid uit de onderarm (plasbuis en schacht)
  5. Phalloplastiek met plasbuis – donorhuid uit het bovenbeen (schacht) en uit de onderarm (plasbuis)
  6. Phalloplastiek met plasbuis – donorhuid uit (o.a.) de flank (schacht)
We zouden de phalloplastiek technieken graag verduidelijken met een GIF/korte animatievideo. We zijn dan ook per direct opzoek naar iemand die hier ervaring mee heeft. Ben jij of ken jij iemand die ons hiermee kan helpen (tegen gepaste vergoeding)? Neem dan snel contact op via [email protected]

1. Phalloplastiek zonder plasbuis – donorhuid uit de onderarm (FRFF)

Bij deze techniek wordt de huid uit de onderarm gebruikt om de schacht van de phallus te maken.
Terwijl de uroloog de balzak maakt, is de plastisch chirurg bezig met de onderarm. Op de onderarm is een huidoppervlak van ongeveer 13 bij 13 cm afgetekend (zie figuur) wat de donorhuid gaat worden voor de phallus.
Hier bevinden zich een belangrijk bloedvat, een slagader en twee zenuwen. Zo blijft de donorhuid doorbloed en gevoelig. De huid wordt van de onderarm losgemaakt en naar het genitale gebied gebracht. Met behulp van een microscoop worden de bloedvaten van de donorhuid aangesloten op de bloedvaten in de lies. De zenuw wordt aangesloten op een van de twee zenuwen van de clitoris. Zo kan er gevoel in de penis komen. De huid wordt gevormd tot een penis en vastgehecht.
De wond op de onderarm wordt met behulp van huid (verkregen van het bovenbeen) gesloten.

Littekens

Deze techniek resulteert in een groot herkenbaar litteken op de arm waar de huid is weggehaald.

2. Phalloplastiek zonder plasbuis – donorhuid uit het bovenbeen (ALT)

Bij deze techniek wordt de huid uit het bovenbeen gebruikt om de schacht van de phallus te maken.
Terwijl de uroloog de balzak maakt, is de plastisch chirurg bezig met het bovenbeen. Op het bovenbeen is een huidoppervlak van ongeveer 13 bij 13 cm afgetekend (zie GIF) wat de donorhuid gaat worden voor de phallus.
In de donorhuid bevinden zich een ader, een slagader en twee zenuwen. Zo blijft de huid doorbloed en gevoelig. De huid wordt opgerold en vastgehecht tot een phallus. De phallus wordt dan onderhuids, onder de beenspieren door, naar het genitale gebied verplaatst. De bloedvaten blijven intact. Dan wordt de zenuw van de donorhuid aangesloten op één van de twee zenuwen van de clitoris. Zo kan er gevoel in de penis komen. De huid wordt gevormd tot een penis en vastgehecht.
De wond op het been wordt met behulp van huid (verkregen van het andere bovenbeen) gesloten.

Littekens

Deze techniek resulteert in een groot litteken op het bovenbeen waar de huid is weggehaald, deze zal wel in de loop van de tijd steeds meer vervagen doordat het een oppervlakkige wond is.

3. Phalloplastiek zonder plasbuis – donorhuid uit de flank (SCIP)

Bij deze techniek wordt de huid uit de flank gebruikt om de schacht van de phallus te maken.
Terwijl de uroloog de balzak maakt, is de plastisch chirurg bezig met de flank. Op de flank is een huidoppervlak van ongeveer 13 bij 13 cm afgetekend wat de donorhuid gaat worden voor de phallus. Hier bevinden zich een ader, een slagader en twee zenuwen. Zo blijft de donorhuid doorbloed en gevoelig. De huid met zenuwen en bloedvaten wordt van de flank losgemaakt, waarbij de zenuwen worden gespaard.
De huid wordt naar het genitale gebied gebracht, opgerold en vastgehecht tot phallus. Hierbij blijven de bloedvaten intact. Dan wordt de zenuw van de donorhuid aangesloten op één van de twee zenuwen van de clitoris. Zo kan er gevoel in de penis komen. De huid wordt gevormd tot een penis en vastgehecht. Tot slot wordt de wond op de flank dicht gehecht.

Littekens

Deze techniek resulteert in een groot litteken in de flank waar de huid is weggehaald. Deze zal wel in natuurlijke plooien van de flank vallen waardoor het een minder opvallend litteken zal zijn.

4. Phalloplastiek met plasbuis – donorhuid uit onderarm

Bij deze operatie worden zowel de plasbuis als de schacht van de penis van de huid van de onderarm gemaakt. De phalloplastiek met plasbuis uit de onderarm is de techniek die wereldwijd het meest wordt toegepast.
Deze operatie wordt uitgevoerd door twee plastisch chirurgen en een uroloog. Terwijl de uroloog de balzak maakt, zijn de plastisch chirurgen bezig met de onderarm. Op de ene onderarm wordt een huidoppervlak van 3 bij 17 cm afgetekend voor de plasbuis. Op de andere onderarm is een huidoppervlak van ongeveer 13 bij 13 cm afgetekend (zie figuur) voor de phallus. Hier bevinden zich een belangrijk bloedvat, een slagader en twee zenuwen. Zo blijft de donorhuid doorbloed en gevoelig.
Het eerste deel van de huidlap wordt om de urinekatheter vastgehecht, zodat er een plasbuis ontstaat. De rest van de lap wordt om de urinebuis opgerold, naar het genitale gebied gebracht en vastgehecht tot penis.
Met behulp van een microscoop worden de bloedvaten van de donorhuid aangesloten op de bloedvaten in de lies. De zenuw wordt aangesloten op een van de twee zenuwen van de clitoris. Zo kan er gevoel in de penis komen. De huid wordt gevormd tot een penis en vastgehecht.
De wond van de donorhuid voor de plasbuis wordt gehecht en de wond van de donorhuid voor de phallus wordt met behulp van huid (verkregen van het bovenbeen) gesloten.

Littekens

Deze techniek resulteert in een groot herkenbaar litteken op de arm evenals een kleiner litteken op de andere arm, daar waar de huid is weggehaald.

5. Phalloplastiek met plasbuis – donorhuid uit het bovenbeen (schacht) en uit de onderarm (plasbuis)

Bij deze phalloplastiek wordt de plasbuis gemaakt met huid van de onderarm en de schact met huid van het bovenbeen.
Deze operatie wordt uitgevoerd door twee plastisch chirurgen en een uroloog. Terwijl de uroloog de balzak maakt, zijn de plastisch chirurgen bezig met het bovenbeen. Op het bovenbeen is een huidoppervlak van ongeveer 13 bij 13 cm afgetekend (zie figuur) wat de donorhuid gaat worden voor de phallus. Op de onderarm wordt een stuk huid afgetekend van 3 bij 17 cm voor de plasbuis.
In de donorhuid van het bovenbeen bevinden zich een ader, een slagader en twee zenuwen. Zo blijft de huid doorbloed en gevoelig. De gehele lap uit het bovenbeen wordt losgemaakt van onderliggende structuren. De vrijgemaakte huidlap uit de onderarm wordt om de urinekatheter vastgehecht, zodat er een plasbuis ontstaat. De lap uit het bovenbeen wordt om de urinebuis opgerold, naar het genitale gebied gebracht en vastgehecht tot penis. Dan wordt de zenuw van de donorhuid van het been aangesloten op één van de twee zenuwen van de clitoris. Zo kan er gevoel in de penis komen. De huid wordt gevormd tot een penis en vastgehecht.
De wond op de onderarm wordt dicht gehecht. De wond op het been wordt met behulp van huid (verkregen van het andere bovenbeen) gesloten.

Littekens

Deze techniek resulteert in een groot litteken op het bovenbeen waar de huid is weggehaald, deze zal wel in de loop van de tijd steeds meer vervagen doordat het een oppervlakkige wond is. Bovendien zal je een kleiner litteken op de andere arm hebben, daar waar de huid is weggehaald.

6. Phalloplastiek met plasbuis - donorhuid uit (o.a.) de flank (schacht)

Bij deze phalloplastiek wordt de schacht van de penis gemaakt van de huid van de flank. De plasbuis kan op verschillende manieren worden gemaakt: uit huid van de onderarm, uit weefsel van de kleine schaamlippen of uit de andere flank.
De operatie wordt uitgevoerd door twee plastisch chirurgen en een uroloog. Terwijl de uroloog de balzak maakt, zijn de plastisch chirurgen bezig met de flank. Op de flank is een huidoppervlak van ongeveer 13 bij 13 cm afgetekend wat de donorhuid gaat worden voor de phallus. De huid voor de plasbuis kan verkregen worden van de onderarm, kleine schaamlippen, of de andere flank (dit is afhankelijk van je wensen en lichamelijke kenmerken).
In de donorhuid van de flank bevinden zich een ader, een slagader en twee zenuwen. Zo blijft de donorhuid doorbloed en gevoelig. De gehele lap uit de flank wordt losgemaakt van onderliggende structuren. De huidlap voor de plasbuis wordt om de urinekatheter vastgehecht, zodat er een plasbuis ontstaat. De huidlap uit de flank wordt om de urinebuis opgerold, naar het genitale gebied gebracht en vastgehecht tot penis. Dan wordt de zenuw van de donorhuid aangesloten op één van de twee zenuwen van de clitoris. Zo kan er gevoel in de penis komen. De huid wordt gevormd tot een penis en vastgehecht. De wond op de flank wordt dicht gehecht.

Littekens

Deze techniek resulteert in een groot litteken in de flank(en) waar de huid is weggehaald. Deze zal wel in natuurlijke plooien van de flank(en) vallen waardoor het een minder opvallend litteken zal zijn. Eventueel zal je ook een kleiner litteken elders hebben, daar waar de huid is weggehaald om de plasbuis te maken.

Nazorg

De Nazorg is afhankelijk van de zorginstelling. In het algemeen geldt dat je na de operatie regelmatig op controle komt bij de plastisch chirurg en de uroloog. De plastisch chirurg controleert het uiterlijk en de wonden van de penis. De uroloog controleert de plasbuis en plasfunctie met plas-testen en vragenlijsten na de operatie, ongeacht welke techniek er is gebruikt. Als er complicaties optreden moet je vaker naar het ziekenhuis komen. Je moet de katheter(s) en wonden verzorgen zoals door de verpleegkundige van jouw zorginstelling uitgelegd is.
Vaak wordt geadviseerd om te wachten tot de wonden helemaal dicht zijn voor je gaat zwemmen, in bad gaat of naar de sauna gaat. Dit duurt vaak 4 tot 6 weken. Dat is om te voorkomen dat de hechtingen te vroeg oplossen en je infecties krijgt in de wond. Kort douchen mag wel. Je mag zes weken niet sporten of zwaar tillen, dit kan namelijk een bloeding of overmatige vochtproductie geven. Daarnaast moet je gedurende zes weken een strakke onderbroek/netbroekje dragen, zodat de penis mooi recht naar beneden hangt.
Het wordt sterk geadviseerd om tot zeker drie maanden na de operatie niet te roken.
Verduidelijkende informatie over de nazorg, resultaten en complicaties kna je vinden in deze animatievideo van Amsterdam UMC.

Complicaties en risico’s tijdens en na de operatie

Tijdens of na de behandeling kunnen er onbedoelde medische problemen (complicaties) ontstaan, ook al is de operatie op de juiste manier uitgevoerd. De kans op complicaties hangt samen met de gebruikte techniek. Bij de technieken waarbij een plasbuis wordt aangelegd, is de kans op complicaties groter. Een phalloplastiek met plasbuisverlenging geeft 50% kans op complicaties; zonder plasbuisverlenging is dit 5%.
  • (Na)bloeding. Dit treedt meestal op direct na de operatie. Afhankelijk van de ernst is soms een tweede operatie noodzakelijk om de bloeding te stoppen.
  • Open gaan wonden. Wonden kunnen open gaan, bijvoorbeeld omdat hechtingen vroegtijdig loslaten. Je moet de wond goed verzorgen, opnieuw hechten is niet mogelijk.
  • Gestoorde wondgenezing. Vooral rond de hechtingen kunnen wonden ontstaan. Dat gebeurt vaak bij rokers, maar soms ook bij niet-rokers. Dit geneest over het algemeen vanzelf, maar het kan lang duren. Spoel de wonden regelmatig schoon met lauw kraanwater en dep het wondgebied droog.
  • Afstervend weefsel (necrose). Als huid niet goed doorbloed wordt, sterft het af. Rokers hebben hier een verhoogde kans op. Soms is het tijdens een operatie al te zien en wordt de doorbloeding gelijk verbeterd. Soms treedt het na de operatie op. Meestal herstelt het vanzelf, soms is er een hersteloperatie nodig.
  • Infectie. Hoewel er schoon (steriel) wordt gewerkt, is er altijd een kans dat er bacteriën in de operatiewond komen. Ook thuis kan dit gebeuren. Daarom is het belangrijk dat je de wonden goed verzorgt. Als de huid rond de wond warm en rood wordt, als er viezigheid uit de wond komt of als je koorts krijgt, kan dat duiden op een wondinfectie en moet je contact opnemen met de plastisch chirurg.
  • Plasproblemen (vernauwde plasbuis). De plasbuis kan gaan vernauwen (stenose) waardoor plassen moeilijk kan gaan. Stenosen worden behandeld door ze gedurende een aantal weken of maanden regelmatig op te rekken: dat gebeurt op de polikliniek of door jezelf. Soms is een operatie nodig. Zonder plasbuisverlenging is de kans op een vernauwing 5%, met plasbuisverlenging meer dan 50%.
  • Plasproblemen (fistel). De verlengde plasbuis kan een opening naar buiten zoeken, daardoor kan urine uit deze opening gaan lekken. Dat heet een fistel. Soms herstelt dit vanzelf. Je kan er aan geopereerd worden. Zonder plasbuisverlenging is de kans op een fistel 5%, met plasbuisverlenging meer dan 50%.
  • Plasproblemen (nalekken). Ook bij een geslaagde plasbuisverlenging komt nalekken vaak voor. Op de polikliniek kan je uitleg krijgen hoe je de urine uit de plasbuis kunt masseren.
  • Verlies van gevoel/orgasme. Het is niet met zekerheid te zeggen of het gevoel in de gehele phallus terugkomt. Zowel de zenuw uit de huid als de zenuw uit de voormalige clitoris moeten na de operatie opnieuw uitgroeien. Dit proces duurt maanden en is moeilijk voorspelbaar. Belangrijkste factoren hierin zijn je leeftijd en rookgedrag. Ook kan het moeilijker of zelfs onmogelijk worden om een orgasme te ervaren; deze complicatie komt echter weinig voor.
Een ontsteking of nabloeding kan ook plaatsvinden op de plek waar de donorhuid is weggehaald (op de onderarm, het bovenbeen of de flank).

Eindresultaat en secundaire correcties

Eindresultaat

Al met al pakt het eindresultaat bij iedereen weer anders uit; je kan dus vooraf geen verzoek doen over het uiterlijk van de penis. Het uiterlijk wordt mede bepaald door uw huidige genitaal en de donorhuid.
Na de operatie heb je littekens. De aanmaak van littekenweefsel verschilt per persoon, huidtype en operatietechniek. Iedereen en iedere huid geneest op zijn eigen manier. Bij mensen met overgewicht en mensen die roken genezen littekens minder fraai dan bij mensen met een gezond gewicht die niet roken.

Secundaire Correcties

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je na de operatie nog niet geheel tevreden bent met het uiterlijk of de functie van het geslachtsdeel. Voor secundaire correcties word je geadviseerd minstens één jaar te wachten.

Protheses

Na genitale chirurgie voor vermannelijking kunnen prothesen worden geplaatst. Testisprothesen en erectieprotheses zijn mogelijk na een phalloplastiek.

Seksualiteit

Seksualiteit blijft voor velen belangrijk na de phalloplastiek. Als jouw penis voldoende is hersteld, is seks mogelijk. Volgens de richtlijn is dat drie maanden na de operatie; we adviseren je dit te bespreken tijdens de nacontroles bij de plastisch chirurg.
Seksuele opwinding en orgasmes kunnen na een phalloplastiek anders zijn dan je gewend bent. De clitoris ligt begraven onder de huid waardoor het moeilijker te stimuleren is. De meeste mensen kunnen na een phalloplastiek seksuele opwinding en orgasme ervaren, zowel bij masturbatie als met een partner. Penetratie is zelden mogelijk, maar er kunnen hulpmiddelen worden gebruikt zoals een erectieprothese.

Zelf ontdekken

Je seksuele leven is echter niet enkel afhankelijk van een phalloplastiek, maar van vele psychologische en biologische factoren. Het (seksueel) 'eigen' maken van jouw penis en deze prettig seksueel te leren gebruiken, zijn belangrijke uitdagingen na genitale chirurgie.
Sommige trans mannen zijn seksueel tevreden zonder een erectie-prothese, anderen zijn tevreden met een erectieprothese. Kortom: het is belangrijk dat je goed ontdekt wat voor jou seksueel belangrijk en prettig is, en dat je daarover spreekt met je (eventuele) partner(s). Als je kiest voor een erectieprothese, is het belangrijk dat je je realiseert wat daarvan de complicatierisico’s zijn (bijvoorbeeld slijtage en hersteloperaties). Bespreek dit met de plastisch chirurg.
We doen ons best deze informatie actueel te houden. Heb je nog aanvullingen of opmerkingen over de bovenstaande informatie? Mail dan naar [email protected]

Deze tekst is aangepast op 26-4-2024


Terug
Volgend Artikel

Inhoud

Volgende Stap

We raden je aan alle informatie stap voor stap door te nemen om een volledig beeld te krijgen van de verschillende behandelopties en het proces eromheen!

Terug naar overzicht

Prothesen na genitale chirurgie

Op deze pagina lees je meer over de verschillende opties zonder operatie en wat de verschillende functies zijn van de protheses.

Verder
GenderAid Logo

GenderAid: De Keuzehulp voor Genitale Genderchirurgie

Onderzoek GenderAid Keuzehulp

Volg ons op social media

Vragen?

Neem contact met ons op via de mail:

[email protected]

S. E. Mokken, M. D. van Eick

Afdeling Plastische, Reconstructieve- en Handchirurgie

Kennis- en Zorgcentrum Genderdysforie

Amsterdam UMC, locatie VUmc | 4D118

De Boelelaan 1117, 1081HV Amsterdam, Nederland

Privacy

© 2024 GenderAid. All rights reserved